Luc groet de hele dag de dingen
Hij stapte letterlijk mijn aura binnen
Verscholen achter de lens van zijn fototoestel
Waarachter bij nadere kennismaking
een paar ogen schuilgingen die
een wel heel aparte kijk op de wereld bieden.
Luc is geen man van omwegen
van patatie en patata
en loze klap
Op quasi pure en versneden intuïtie af
kijkt hij naar de wereld
De mensen die daarin bewegen
En hij scant
Weerom puur gevoelsmatig
de verledens
en de rugzakjes die die mensen,
die hij in zijn vizier krijgt,
dragen.
Luc houdt van mensen
Van littekens en aura’s
Luc pelt graag lagen af
Ik denk dat Luc later graag zou willen reïncarneren in een ajuin
Om zich te kunnen afpellen tot mensen beginnen te huilen
Wij dragen allemaal mantels
Capes die ons warm houden
Of onze kou op anderen niet overbrengen
Poncho’s die ons mooier zouden moeten maken
Of opvallender
Of gewoner
Mantels die we zijn beginnen dragen
Om toegebrachte wonden te bedekken
En om toekomstige onvermijdelijke wonden te willen afweren
De meeste mensen zijn wandelende gedichten
Of dat nu in de vorm van een boekdelen lang epos is
Simpel en geniaal als een kinderversje
Of kurkdroog als de bijsluiter van een medicament
Luc houdt van de soorten poëzie die in ieder van ons zit
En zoekt keer op keer het gretige naïeve kleuterventje in zichzelf op
Dat voor het eerst leert lezen
En alle woorden
Waaruit mensen bestaan
Indrinkt
En er zinnen bij brouwt
En wat dat belhameltje
Dat hummeltje in Luc
Dan vindt
Slaat hij op
Bewaart hij
In het volste wederom kinderlijke vertrouwen
Dat die vondsten zichzelf zullen openbaren
Als de tijd daar rijp voor is
En lieve deugd
Dat vergt gigantisch veel durf
Geblinddoekt rondtasten
En een soort onvermijdelijkheid van leven die ons vandaag de dag
Moeilijker en moeilijker wordt gemaakt
Luc kan dat
Ondanks of dankzij zichzelf
De twee
Dat is Luc zijn kunst
Luc is het soort mens
Aan wie ge
Gewoon door naar hem te kijken
Ziet waar hij van houdt
Ik HAAT het woord kunst
Verschrikkelijk uitgesleten, uitgeholde pedante term
Die ze op sterk water zouden moeten zetten
Wat Luc maakt of is
Het wordt moeilijk om onderscheid te maken bij hem
Is
‘Leven in Vorm gegoten met zichzelf als Inhoud’
en dat mogen we
als ge ‘I See You’ in u opneemt
allemaal gerust letterlijk nemen
we zijn zo kort op deze aarde
en het leven doet eigenlijk
steenhard en bloed-eerlijk zijn best om ons onze tijdelijkheid
in te peperen
soms op ideale momenten
soms op de meest wanstatige misplaatste
we hebben daarin niet te kiezen
wij mensen
spelingen van het lot en de natuur
hebben daar niet in te kiezen
men zou onze soort kunnen opsplitsen in
een deel dat die tijdelijkheid heel goed beseft
en een deel dat leeft zonder daar mee bezig te zijn
luc probeert de twee
even uit het leven gaan staan
wat afstand pakken
om er daarna
rijker geworden
weer in te springen
of te stappen
of te slenteren
of erin te vliegen
Luc zweeft met zijn vleugels in het leven
Lucske Vleugels
Een mooier klinkende en toepasselijke naam
Voor de mens die die naam draagt
Ben ik in de in mij toegemeten tijd op deze aardbol
Nog niet tegengekomen
Het mooiste gedicht dat ik ken heet
‘In den Beginne’
het is van Bertus Aafjes en het is het scheppingsverhaal op poëzie gezet
de schoonheid van het gedicht schuilt er voor mij in dat
de mens in het begin absoluut was
niet relatief
hij was op de aarde
en leefde
een boom was een boom
een struik, een struik
alles moest nog namen krijgen
en alles kreeg Boef
die naam: hemel, zon, wolken, regen
en zoals iemand 16.000 jaar geleden de drang voelde
om wat hij zag
daar in de Dordogne
een Bizon eens na te schilderen
gewoon
zonder doel of reden
alleen omwille van het schilderen zelf
zo is er ooit iemand geweest
die besloot om de dingen in de wereld te beginnen vergelijken met elkaar
een vrouw die loopt
werd plots als een hinde
een ondergaande zon
werd plots een reuze appelsien
een man die huilt heeft ogen die regenen
en zo gooiden de woorden hun tentakels naar mekaar uit
en ontstond er een diepere schoonheid in de wereld
maar ook een dubbele miserie
want alles werd relatief
niet meer absoluut
en dus ingewikkelder
en dus moeilijker
ons leven is niet gemakkelijk
maar ik bijvoorbeeld
ik prijs mij gezegend dat er af en toe iemand mij pad kruist
die godganse dagen aan een stuk
de dingen groet
dag Luc
ik groet U
met mijn hele wezen
en ik zeg U, met woorden
‘wat ben ik blij dat gij bestaat!’
© Bruno Vanden Broucke